Premantelzorgwoningen
Met de beleidsregel premantelzorgwoningen hebben inwoners de mogelijkheid om vooruitlopend op een toekomstige mantelzorgsituatie een mantelzorgwoning op hun erf te realiseren. Deze beleidsregel geldt zowel voor in de kernen als voor het buitengebied.
Het is al mogelijk om een vergunningsvrije mantelzorgwoning in of bij de woning te plaatsen om zo, als mantelzorger, dichter bij degene te wonen voor wie gezorgd wordt. De premantelzorgwoning is eigenlijk een voorloper van de mantelzorgwoning. Waar voor een mantelzorgwoning sprake moet zijn van het bieden van intensieve zorg, is dat bij een premantelzorgwoning niet nodig. Mantelzorgers spelen een cruciale rol in onze samenleving, vooral nu mensen steeds ouder worden en langer thuis blijven wonen. Het doel van de premantelzorgwoning is dat er onderling zorg wordt verleend of verleend kan gaan worden. Met deze beleidsregel kunnen inwoners zich beter voorbereiden op een mogelijke toekomstige mantelzorgsituatie door een nultredenwoning (gelijkvloerse woning die zonder traplopen toegankelijk is) op hun perceel te plaatsen die voor dit doel gebruikt kan worden. De premantelzorgwoning mag naast de hoofdwoning worden bijgebouwd, maar ook is het mogelijk om een deel van de hoofdwoning of een bijgebouw in te richten als een zelfstandige wooneenheid.
Voor het plaatsen van de premantelzorgwoning geldt een minimumleeftijd van 67 jaar, de AOW-gerechtigde leeftijd. Is er sprake van de verzorging van iemand onder de 67 jaar, bijvoorbeeld als gevolg van een voortschrijdende progressieve ziekte, dan vraagt de gemeente om een medische verklaring. Daarnaast dienen de toekomstige mantelzorgverlener(s) en mantelzorgontvanger(s) te verklaren zich bewust te zijn van de toekomstige mantelzorgtaken en welwillend te staan tegenover de uitvoering ervan en deze zorg te zullen verlenen zodra en zolang dat nodig is. Hiervoor is een intentieverklaring opgesteld die ondertekend moet worden. Hiermee geeft de aanvrager aan bekend te zijn met de consequenties van het realiseren van de premantelzorgwoning. Bij deze verklaring dient ook de sociale relatie tussen de bewoners van de hoofdwoning en de premantelzorgwoning aangetoond te worden.
Voor het plaatsen van de premantelzorgwoning is een tijdelijke omgevingsvergunning nodig. Als die wordt afgegeven, geldt deze persoonsgebonden vergunning voor een periode van maximaal 10 jaar. Het kan zijn dat de premantelzorgwoning overgaat in een vergunningsvrije mantelzorgwoning. Maar als de premantelzorgwoning langer nodig is dan 10 jaar, dan moet er weer een nieuwe vergunning worden aangevraagd.
Stappen
De gemeente gaat uw woningbouwinitiatief beoordelen aan de hand van de omgevingsvisie, de woonvisie en de beleidsregel premantelzorgwoningen. U kunt dit zelf ook alvast doen. Lees de hiervoor genoemde documenten door en bekijk of uw initiatief voldoet aan de genoemde criteria.
U dient een conceptverzoek in via: Aanvraag of melding indienen – Aanvragen – Omgevingsloket (overheid.nl). LET OP: Geef hierbij aan dat het gaat om een aanvraag voor een premantelzorgwoning. Bij stap 7 in het onderdeel ‘Aanvragen’ van het Omgevingsloket staat in het scherm ‘Verzoeken indienen – doel van de verzoeken’, de volgende toelichting over het conceptverzoek: ‘Wilt u uw verzoeken definitief of als conceptverzoek indienen?’ Hier kiest u voor conceptverzoek. Wanneer u een conceptverzoek heeft ingediend, bekijkt de gemeente:
• Of uw plan in het omgevingsplan past
• Hoe uw plan zich verhoudt tot de welstandscriteria
• De objectieve criteria uit bovengenoemde beleidsdocumenten. Om een conceptverzoek te doen, hebben wij een aantal gegevens van u nodig, in ieder geval: • Een door de zorgvrager en zorgontvanger ondertekende intentieverklaring
• Een overzichtstekening van de huidige situatie
• Een overzichtstekening van de nieuwe situatie, voorzien van de maatvoering en de schaal van:
o Functies van op aanvraag betrekking hebbende ruimten o Gebouwen
o De totale oppervlakte Binnen acht weken laat de gemeente u weten of uw plan kansrijk is en welke weg u moet volgen om uw plan gerealiseerd te krijgen. Voor het indienen van een conceptverzoek bent u leges verschuldigd.
Als uw plan niet in het omgevingsplan past, krijgt u de keuze voorgelegd of u het plan besproken wilt hebben op de Initiatieftafel. Daar wordt uw initiatief intern met verschillende vakdisciplines besproken en wordt integraal afgewogen of medewerking aan uw plan (afwijking of aanpassing van het omgevingsplan) wenselijk is. U ontvangt na de behandeling van uw plan op de Initiatieftafel bericht of de gemeente het wenselijk vindt om mee te werken aan uw initiatief. Ook informeren we u per brief over de uitkomsten en de eventuele vervolgprocedure. Dit betekent echter niet automatisch dat wij u de vergunning zullen verlenen.
Als uw plan in de eerste fase een positieve beoordeling krijgt, dan kunt u ervoor kiezen om de formele ruimtelijke procedure te starten. Bij het starten van het formele traject moet u de reguliere (leges)kosten betalen. De kosten voor het conceptverzoek worden hiermee verrekend.
Voor de mogelijkheden voor woningbouw in het buitengebied verwijzen we u naar de pagina > wonen en bijgebouwen.